Humperdinck was een invloedrijke Duitse muziekdocent en -kritikus, die zo'n 170 werken componeerde. Naast instrumentaal werk voor orkest maakte hij ook muziektheater in de vorm van schouwspelen (toneel met muziek) en opera's. Als echte romanticus (en ex-medewerker van Wagner) was hij verzot op oude sagen en sprookjes - met name het werk van de gebroeders Grimm gebruikte hij vaak : Doornroosje, De wolf en de zeven geitjes, Sneeuwwitje, de Koningskinderen, de Marketentster en, veruit zijn bekendste opera, Hans en Grietje, die over de hele wereld nog steeds wordt uitgevoerd.
Abendsegen: vooral wat oudere katholieken zullen zich misschien dit lieve kinderavondgebedje nog herinneren - ikzelf leerde het ook weer aan mijn eigen kinderen. De oudst bekende versie staat in de driedelige Duitse bundel
Des Knaben Wunderhorn (1805-1808) met volksliedjes en volksgedichten opgetekend door Bettina Von Arnim en Bettina Brentano, tijdgenoten van de gebroeders Grimm. De eerste Nederlandstalige versie (1894) had 16 engelen.
Humperdincks zus Adelheid Wette schreef in 1890 het libretto voor Hänsel und Gretel. Ze koos dit versje voor het begin van het tweede bedrijf, als de verlaten kinderen alleen in het bos moeten gaan slapen.
De Wunderhorn inspireerde overigens ook andere grote componisten o.a. Mendelssohn, Schumann, von Weber, Brahms, Schönberg en Mahler.
Niemand minder dan Richard Strauss dirigeerde de première van Hänsel und Gretel.