De Finse componist Jaakko Mäntyjärvi schreef een groot aantal verrassende koorstukken, vooral voor het Tapiola Kamerkoor uit Helsinki, waaraan hij jarenlang verbonden was, en ook voor internationaal gerenommeerde gezelschappen (King's Singers, Chanticleer). Voor het grote Tallis-festival in 2006 schreef hij Tentatio, een nieuw 40-stemmig stuk. Vrijwel zonder uitzondering is zijn koorwerk wat moeilijkheidgraad betreft nogal uitdagend.
Zeer geliefd zijn zijn bewerkingen van scènes uit Shakespeare's stukken - in 1984 maakte hij er vier en in 1997 nog eens vijf. Dit Double toil and trouble zat in de eerste bundel en gaat over een beroemde heksenscène in de tragedie MacBeth.
Heksen spelen een belangrijke rol in dit historische drama. Eerst voorspellen ze MacBeth dat hij koning zal worden van Schotland, een lot dat uitkomt als hij samen met zijn vrouw koning Duncan vermoordt. Eenmaal op de troon begint beider geweten te knagen - Lady MacBeth slaapt niet meer en lijdt aan katatone smetvrees en de koning valt ten prooi aan paranoïde wanen.
Ten einde raad bezoekt hij de heksen opnieuw. MacBeth treft ze aan in hun grot terwijl ze bezig zijn in een grote stoofpot een verschrikkelijk tovermengsel te brouwen. Als hij de damp inademt raakt hij in trance en wordt hun verdere voorspellingen deelachtig.

Polanski's heksen (1971)

Geoffrey Wrights heksen (2006)

Rupert Goold's verpleegsters (2010)
De zg nornen, oude Angel-Saksische schikgodinnen, beschikken net als de griekse Moirae en de Romeinse Parcae over het lot van de mens. Shakespeare zelf noemde ze 'weird sisters' en zette ze neer als een soort witte wieven, wijze vrouwen met magische krachten - baardig en verwilderd, 'niet van deze aarde', angstaanjagend en letterlijk onheilspellend - fantasie-prikkelend!.
Oude tandeloze toverkollen zijn het in de beroemde verfilming van Roman Polanski (1971), maar in een (slechte) versie van de Australiër Geoffey Wright (2006, precies 400 jaar na de première) zijn het satanische schoolmeiden (bitches ipv witches), die MacBeth de voorspellingen doen terwijl ze hem in een orgiastisch drugsritueel uitwonen. Tja... 35 jaar later, andere tijden. Tenslotte, in Rupert Goold's versie (2010) verschijnen ze als koude bloeddorstige verpleegsters, heuse weird sisters die beschikken over leven en dood.

MacBeth Scene IV Act 1

Thrice the brinded cat had mew'd.
Thrice and once the hedge-pig whined.
Harpier cries 'Tis time, 'tis time.
Double, double toil and trouble
Fire burn and cauldron bubble.

Round about the cauldron go;
In the poison'd entrails throw.
Toad, that under cold stone
Days and nights has thirty-one
Swelter'd venom sleeping got,
Boil thou first i' the charmed pot.
Double, double toil and trouble;
Fire burn, and cauldron bubble.

Fillet of a fenny snake,
In the cauldron boil and bake;
Eye of newt and toe of frog,
Wool of bat and tongue of dog,
Adder's fork and blind-worm's sting,
Lizard's leg and owlet's wing,
For a charm of powerful trouble,
Like a hell-broth boil and bubble.
Double, double toil and trouble;
Fire burn and cauldron bubble.

Scale of dragon, tooth of wolf,
Witches' mummy, maw and gulf
Of the ravin'd salt-sea shark,
Root of hemlock digg'd in dark,
Liver of blaspheming Jew,
Gall of goat, and slips of yew
Sliver'd in the moon's eclipse,
Nose of Turk and Tartar's lips,
Finger of birth-strangled babe
Ditch-deliver'd by a drab,
Make the gruel thick and slab:
Add thereto a tiger's chaudron,
For ingredients for our cauldron.
Double, double toil and trouble;
Fire burn and cauldron bubble.

By the pricking of my thumbs,
Something wicked this way comes.
Open, locks,
Whoever knocks!


Driemaal heeft de geel-bruine kat gemiauwd En eenmaal heeft het stekelvarken gejankt De harpij roept: 't is tijd, 't is tijd Verdubbel gezwoeg en ellende 't vuurtje brandt, de kookpot borrelt. Ga rond de kookpot, Gooi er vergiftigde ingewanden in; Een pad die dertig dagen en nachten onder een koude steen heeft geslapen, Waarbij het venijn uit al zijn poriën kwam, Kook het in de betoverde pot. Verdubbel gezwoeg en ellende Laat het vuur branden en de kookpot borrelen. Een plak moerasslang Gooi het in de pot en kook het, Salamanderoog en kikkerteen, Vleermuisvacht en hondentong. Gevorkte addertong en giftand van de hazelworm, Hagedissenpoot en uilenvleugel. Voor een tovermiddel dat voor veel ellende zorgt, Kook en borrel als een hels soepje. Verdubbel gezwoeg en ellende Laat het vuur branden en de kookpot borrelen. Drakenschub en wolventand, Heksenmummie, muil en maag van een hongerige haai in de zoute zee, Wortel van de dollekervel, opgegraven in het donker, Lever van de godslasterlijke jood, Geitengal en stekje van de taxusboom, Afgesneden bij maansverduistering, Turkenneus en Tartarenlippen, Vinger van een bij de geboorte gewurgde baby, In een sloot gebaard door een slons Maak de watergruwel dik en taai, Voeg er nog wat tijgerdarm aan toe, Als ingrediënten voor onze kookpot. Verdubbel gezwoeg en ellende Laat het vuur branden en de kookpot borrelen. Het getintel in mijn duimen Zegt me dat er onheil aankomt. Deuren, ga open wie er ook klopt! [vertaling: Koor Fenix]