In 2007 ontving Arvo Pärt van een Ierse zangvereniging een commissie om een melodie te schrijven op de Lorica van St.Patrick, de patroonheilige van Ierland. In de keltische traditie is een lorica een beschermend gebed of spreuk, veelal gegrift op het kuras van ridders. De beschermende werking ontleende een lorica gewoonlijk aan een heilige, die hem volgens traditie of legende het eerst had uit­gesproken, bv St.Fursa, Gilda of Columba.
Die van St.Patrick dateert beslist al van vòòr de 8e eeuw, dus misschien is hij wel autentiek. De heidense Ierse koning Lóegaire mac Néill (390-463) probeerde de heilige te doden, maar de lorica zou Patrick hebben beschermd : de vijanden zagen hem en zijn makkers aan voor een kudde onschuldige hertjes, vandaar ook de naam Deer's cry. In het jaar 433 gaf de koning uiteindelijk toe en bekeerde zich.
Saint Patrick's breastplate werd een populaire Iers-katholieke hymne: veel componisten gingen Pärt voor. De tekst (zie HIER) beslaat enige tientallen regels, maar Pärt gebruikte de meer gangbare korte versie, dwz alleen het voorlaatste vers, geïnspireerd op de apostel Paulus.

De missionaris St.Patrick (†461) bracht het christendom naar Ierland en verdreef daarmee de slang van het eiland.
Christ with me, Christ before me, Christ behind me,
Christ in me, Christ beneath me, Christ above me, 
[Christ on my right, Christ on my left, 
Christ when I lie down, Christ when I sit down] 
Christ in the heart of every man who thinks of me, 
Christ in the mouth of every man who speaks of me, 
Christ in the eye that sees me, 
Christ in the ear that hears me.